Wat ze je niet vertellen op de opleiding
(of wat je niet wilde horen)
Gefeliciteerd, je hebt je certificaat stemacteren behaald! Een stemopleiding is een goede investering. Je leert over timing, uitspraak, volume, ademsteun. Je maakt kennis met de verschillende disciplines in het vak en ontdekt hoe je met alleen je stem een verhaal tot leven kunt brengen. Je krijgt positieve feedback, je neemt jouw eerste voice-over demo op en je weet het zeker: dit wil je vaker doen.
En dat enthousiasme is terecht. Stemacteren is een prachtig vak. Je stem inzetten om verhalen te vertellen, boodschappen kracht bij te zetten of emoties op te roepen — het is magisch als het lukt.
Maar als je denkt dat je met met dat certificaat in de hand direct aan het werk kunt, dan moet ik je teleurstellen. Want wat ze je op de opleiding meestal níet vertellen (of wat je niet wilt horen), is dat je dan pas begint.
Niet met spelen.
Maar met werken.
De realiteit van de voice-over markt
Tijdens de corona-lockdowns schoten de nieuwe talenten als paddenstoelen uit de grond. USB-microfoons vlogen over de toonbank. En daarna? Ze stonden voor een dubbeltje op Marktplaats – de talenten waren een illusie armer.
Wat vaak onderbelicht blijft: er zijn veel meer stemacteurs dan er opdrachten zijn. Werk is schaars in het Nederlands taalgebied. De meeste opdrachten gaan naar een handvol bekende stemmen, gevestigde namen, of naar mensen die zó goed zijn dat je niet om ze heen kunt. Vroeger noemden we dit de ‘broodstemmen’, maar die groep gelukkigen wordt elk jaar kleiner.
Als je wilt opvallen in dat speelveld, moet je keihard werken. Je moet beter zijn dan anderen, betrouwbaarder, sneller, consistenter. En vooral: zichtbaar. Want hoe goed je ook bent, als niemand weet dat je bestaat, gebeurt er helemaal niets.
Er is geen wachtlijst waar je op komt als je je diploma hebt. Geen bemiddelingsbureau dat je automatisch klussen geeft. Geen stemmenbureau dat zegt: “Jij hebt een leuke stem, wij regelen de rest.”
Dat idee leeft wel. Maar het is een misverstand.
Voice-over als hobby, niet als carrière

Zie het stemmenwerk daarom vooral als een hobby. Een serieuze hobby, waar je geld, tijd en liefde in stopt. Net zoals je zou doen als je muziek maakt, schildert of fotografeert.
Je investeert. In apparatuur. In lessen. In coaching. In tijd. In energie. In frustratie, ook.
Ga bij de lokale omroep, maak een podcast, schrijf en maak je eigen hoorspel, wordt spreekstalmeester op lokale evenementen, maak spotjes voor sponsoren van de voetbalclub.
Misschien mag je op een dag een voice-over inspreken voor de hockeyclub van je kinderen. Of een vrijwillige productie voor een museum. Wie weet verdien je daar zelfs een paar tientjes mee. Geweldig.
En misschien blijft het daarbij, en kun je van jouw hobby nooit je beroep maken. En dat is oké. Als je onderweg maar plezier maakt.
Laat het geen mislukking zijn als het geen baan wordt. Laat het een prachtige hobby zijn.
Waarom stemacteren geen escape is
Wat ik vaak zie: mensen die in-between jobs zijn, in een sabbatical zitten of een midlifecrisis doormaken, zien het stemmenwerk als aantrekkelijke carrière. ‘Ik heb een goede stem,’ zeggen ze, ‘dus misschien kan ik daar wel geld mee verdienen.’
Maar dat is zelden hoe het werkt.
Tijdens de corona lockdowns leken de nieuwe talenten als paddestoelen uit de grond te schieten. De goedkope USB microfoons waren niet aan te slepen. Na de pandemie stonden ze voor een prikkie op Marktplaats, de talenten een illusie armer.
Zoals gezegd, is stemacteren geen snelle carrièreswitch. En het is al helemaal geen vervanging voor een stabiel inkomen. De kans dat je de investering er uit haalt is klein. De kans dat je het fulltime kunt doen is nog kleiner.
Mijn advies: don’t quit your day job yet. En eigenlijk: never quit your day job. Tenzij het zich vanzelf zo ontwikkelt dat je er echt niet meer omheen kunt. En tot die tijd: blijf bij je fulltime baan en bouw daarnaast aan je stemcarrière. Dat is veiliger, realistischer, en eerlijk gezegd: ook duurzamer.
Meer ondernemer dan artiest
Het inspreken van producties is maar een heel klein deel van mijn werk. Als stemacteur ben je namelijk meestal geen uitvoerend artiest. Wat je wel bent is ondernemer. Je bent een vertegenwoordiger. En je bént zelf het product. Dat betekent dat je jezelf op de markt moet zetten. En dat is misschien wel het lastigste – en voor velen het vervelendste onderdeel.
Ik zie dat heel veel starters tijd en moeite steken in het bedenken van een leuke bedrijfsnaam. Ze bedenken een slimme slogan, laten een logo maken, drukken visitekaartjes, een mooie website…
Houd dat geld in je zak!
Als ik heel eerlijk ben, lijken al die leuk bedachte namen op elkaar. Bovendien: je hébt al een merknaam, jouw eigen naam. Zorg er voor dat die op zoveel mogelijk plekken zichtbaar is: op je demo, op social media, in artikelen en in de credits.
Mensen boeken namelijk geen bedrijfsnamen. Ze boeken ménsen.
Mensen die mij hebben geboekt, vonden mij niet via een of andere bedrijfsnaam. Ze vonden mij als Arno Lubbinge. Dat is wat ze krijgen. En precies dát is wat blijft hangen.
Investeer je geld liever in zaken als een goede XLR-microfoon, want…
Techniek is cruciaal voor stemacteurs

Veel mensen onderschatten het belang van techniek. Maar opdrachtgevers doen dat niet. Die verwachten een opname die direct bruikbaar is. Zonder ruis, zonder galm, zonder bijgeluiden, zonder vage excuses. En dat elke opname precies zo klinkt als de vorige.
Dat betekent dat je je eigen ruimte goed moet inrichten. Dat je weet wat je doet met je microfoon. Dat je begrijpt waarom je opname ‘doffer’ klinkt dan je dacht. Of ‘holler’.
Je moet kunnen troubleshooten. Snappen waar ruis vandaan komt. Weten hoe je opnamesoftware werkt. Denk nooit ‘dat horen ze vast niet’, want de kans is groot dat er iemand is die het wel hoort. Los dat probleem meteen op. En als je het niet weet, vraag om hulp.
Naast mijn werk als voice-over heb ik ook jarenlang video- en audioproducties gemaakt binnen SBS en Talpa Network. Zo ben ik nogal wat geklungel tegengekomen van (overigens uitstekende) stemacteurs die het niet onder de knie hadden: grootmoeders klok die door de opname heen tikt, voor elke alinea een nieuwe audiofile of een microfoon die de halve sessie achterstevoren hangt. Geen grappen!
Slecht geluid betekent een slecht product en dus geen vervolgopdracht. Zo simpel is het.
Een goede demo kost tijd en geld
Veel opleidingen eindigen met het opnemen van jouw eerste, eigen demo. Logisch: het is fijn om iets tastbaars mee naar huis te geven. Maar vergis je niet: die demo is geen professioneel product. Het is een leerervaring.
Een goede demo is meer dan een registratie van wat je kunt. Het is een overtuigende marketingtool. En die maak je niet in één ochtend. Daar werk je naartoe. Je kiest teksten die bij jou passen. Je zoekt de juiste toon, timing, stijl. De perfecte combinatie van tones of voice. Je werkt met een regisseur of coach die jou op scherp zet. Die je uitdaagt. Die je herhaaldelijk laat proberen, sleutelen, finetunen.
En dan: monteren. Schaven. Gooi alles er uit wat niet 100% goed is. Wees meedogenloos. Experimenteer met de volgorde van fragmenten. Begin met het allerbeste wat je in huis hebt. Ga dan tegenkleuren – zorg dat elk volgend fragment een compleet andere sound heeft.
Dan ontstaat er iets wat je kunt inzetten als visitekaartje. Zorg dat wat je laat horen ook echt van jou is. Live te reproduceren. En liefst: nog beter.
Maar zelfs dan begint het pas. Want een demo die niemand hoort, levert niets op. Je moet ermee de boer op. Mailen. Nabellen. Volhouden. Je zult heel veel ‘nee’ horen, leer daar van te houden. Stop niet wanneer iemand ‘ja’ zegt. Blijf ook die mensen volgen. Houd het gezellig, maar houd wel vol.
Certificaten hebben geen waarde
Sommige cursussen geven je een certificaat of een badge die je op je website mag zetten. En natuurlijk: je hebt geïnvesteerd, je hebt geleerd, daar mag je trots op zijn.
Maar wees je bewust: ‘stemacteur’ is geen erkende titel. En ‘gecertificeerd stemacteur’ al helemaal niet. Het maakt op opdrachtgevers helemaal geen indruk. Ik wil je plezier niet verpesten, maar in de studio’s en bij de bureaus wordt er hartelijk om gelachen. ‘Gecertificeerd stemacteur’ staat gelijk aan ‘amateur’.
Haal die titel dus zo snel mogelijk van je LinkedIn en website.
Twee verschillende mensen vroegen mij laatst of het verstandig is om een badge van hun opleiding op hun website te plaatsen. Mijn antwoord: ‘wat krijg je ervoor terug?’ – want als je er niets voor terug krijgt dan leidt het alleen maar af van jou.
Laat je werk voor je spreken. Je demo. Je aanpak. Je betrouwbaarheid. Kleur jouw communicatie met de dingen die jou uniek maken. Dat is wat telt.
Blijf leren als stemacteur

De beste stemacteurs zijn niet de mensen met de mooiste stem. Het zijn de mensen die blijven leren. Die feedback durven vragen. Die zichzelf onderuit durven halen. Die zich laten coachen.
Ik heb door de jaren heen met een half dozijn logopedisten gewerkt. Heb getraind met presentatiecoaches. Zangdocenten. Stemcoaches. Geluidstechnici. En ik ontwikkel mij nog steeds. Omdat het vak verandert. Omdat ik verander. Omdat de stijlen veranderen. En omdat opdrachtgevers veranderen.
Wie niet blijft groeien, blijft niet lang hangen.
Voor de volledigheid en transparantie: ja, ik ben voice-over coach, maar ik werk alleen met mensen die al een paar jaar meedraaien. Niet uit arrogantie, maar omdat ik starters geen valse hoop wil geven.
En dan, op een dag…
…hoor je je stem in een commercial. Of in een filmpje, online. Of op de radio. En denk je: ‘Wow. Ik heb dit gedaan!’
En dat moment is geweldig. Niet omdat je dan eindelijk betaald wordt om te praten. Maar omdat je weet hoeveel erachter zit. Zoveel werk. Zoveel oefenen. Zoveel fouten.
Maar als dat moment nooit komt – als je nooit verder komt dan een paar vrijwillige klussen – dan hoop ik dat je terugkijkt en denkt: Wat een leuke tijd heb ik gehad.
Dat is het belangrijkste: plezier maken en spelen.
0 reacties